Maar sinds een paar jaar is de maakindustrie weer helemaal terug. Dat wil zeggen: bedrijven die tastbare merkproducten maken, willen weer graag in de stad zitten. Ten eerste omdat produceren dankzij ICT overal kan: ‘hoofd’ en ‘handen’ van een bedrijf hoeven al lang niet meer bij elkaar te zitten. En ten tweede omdat merken slimme mensen nodig hebben uit de hele wereld, en die willen nu eenmaal graag in Amsterdam wonen. Tom Tom, Bugaboo, Rituals zijn goede voorbeelden hiervan. Maar ook voor de kleinschalige ambachtelijke maakindustrie is weer ruimte. Brouwerijen, worstenmakers en chocoladeproducenten kunnen hier bestaan omdat er vraag is naar hun spullen. Amsterdammers zijn de meest kritische consumenten van het land. Ze willen weten wat ze eten en dat betekent lokaal geproduceerde, liefst biologische en duurzame spullen.
De fietsen van VANMOOF bijvoorbeeld worden over de hele wereld verkocht maar het is volgens Carlier om ergens anders dan in Amsterdam het hoofdkantoor te hebben. Amsterdam is onze testmarkt; als het hier werkt, werkt het over de hele wereld. VANMOOF is aangesloten bij het Amsterdam Made label, een initiatief om Amsterdamse makers steviger op de kaart te zetten. Marit Timmerman is het label aan het opzetten en wil Amsterdam promoten als ambachtelijk interessant gebied. ‘We hebben zo langzamerhand genoeg van Made in China. Er zijn genoeg makers in Amsterdam van mooie spullen, maar deze bedrijven staan niet in contact met elkaar. Door samen een label te voeren kunnen de brouwerijen, designers en meubelmakers samen aan marketing doen en de kwaliteit van Amsterdamse Makers benadrukken. Elk bedrijf met een tastbaar product dat bedacht, geproduceerd of gevestigd is in Amsterdam kan zich aansluiten. Om het label te voeren moet je bedrijf voldoen aan duurzaamheidseisen en groeiambities. Dat kunnen startende bedrijven zijn, maar geen hobbyisten. Zowel de klassieke Zilveruitjes van Kesbeke als de hippe zonnebrillen van Ace & Tate dragen nu het label Amsterdam Made.’