Vorige week hielden we onze eerste modebijeenkomst, waar beginnende en gevestigde makers elkaar leerden kennen en tips en tricks konden uitwisselen over alles van duurzaamheid tot marketing. We nodigden Bert van Son, de oprichter van MUD Jeans, en Esther Molenwijk, de oprichtster van Hemp Collective en Dutch Harvest, uit om te vertellen over hun ervaringen.
Maar eerst namen we een kijkje bij Denim City, een winkel, school en lab zo groot als de Foodhallen die zich ontfermt over de wereld van denim. Het maken van jeans is namelijk een ontzettend vervuilende klus, waar veel water, chemicaliën en slechte arbeidsomstandigheden aan te pas komen. Sinds jaar en dag worden jeans lichter gemaakt door ze herhaaldelijk te wassen en drogen, of door ze te bleken met chloor. Denim City gebruikt een innovatief alternatief van Jeanologica. Door de jeans te laseren krijgen ze binnen een handomdraai dezelfde faded look die normaliter pas na uren wassen tevoorschijn komt. Mocht je willen kan je zelfs je naam erop laten laseren.
Dezelfde technologie wordt ook gebruikt door MUD Jeans, die zich volledig richten op de circulaire economie. Ze hebben een model opgericht rondom het leasen, terugsturen en recyclen van jeans. Het beoogde resultaat: er worden minder spiksplinternieuwe, milieuvervuilende jeans geproduceerd.
Het leasen van producten, of het nou jeans of wasmachines zijn, is voor veel mensen een ietwat lastige stap. Ze willen de eerste en enige eigenaar zijn. Maar dankzij een sterke mediacampagne van 21Sustainable, uitvoerig klantonderzoek en nauwe relaties met gelijkdenkende organisaties heeft MUD Jeans toch iets heel moois voor elkaar gekregen. Hun jeans worden in 27 landen in 250 winkels verkocht en ze werken voortdurend aan het verduurzamen en verbeteren van hun productie. Het recycled garen wordt sterker, er wordt nóg minder water verspild en er wordt minder CO2 uitgestoot.
Er zijn veel lessen te halen uit het verhaal rondom denim. Het maakt ons gevoeliger voor de hoeveelheid waste die achter de gehele modeindstrie schuil gaat en opent onze ogen voor alternatieven. Volg de tips van tweede spreker Esther Molenwijk en gebruik in plaats van katoen henneptextiel, waarvan de kwaliteit steeds hoger wordt. Of kies voor natuurlijke verven (zoals gemaakt door Lucila Kenny) in plaats van chemische samenstellingen die in onze oceanen en rivieren terecht komen. Met genoeg creativiteit en toewijding kan je wellicht de volgende Patagonia worden.